de oude boom weet:
al die rimpels en vouwen
zijn pure schoonheid
Peter Wohlleben legt in zijn boek Het verborgen leven van bomen uit hoe je de bast van een boom kunt vergelijken met de huid van de mens: een gecompliceerd weefsel dat vele (beschermende) functies heeft, en dat ondanks het vernieuwingsproces (we verliezen per jaar meer dan een halve kilo aan huidschilfers) slapper wordt en vouwen en rimpels krijgt.
Zo ook de bast van de boom, waarbij de soorten op verschillende manieren schilferen en bij welke je aan de schors (de buitenste laag van de bast, die al afgestorven is) de boomsoorten goed van elkaar kunt onderscheiden. Dit geldt dus alleen voor de oudere exemplaren die ook al ‘rimpels en vouwen’ hebben. Is bij jonge bomen de schors nog zo glad als een babyhuidje, bij oudere bomen is de vorm van de scheuren (en vaak ook de kleuren) kenmerkend voor een bepaalde soort. Maar ook dan zijn er ‘persoonlijke’ verschillen.
“Bomen zijn individuen en rimpelvorming is een kwestie van aanleg. Sommige exemplaren zijn als ze jong zijn al rimpeliger dan soortgenoten van dezelfde leeftijd.”
Ook net als bij mensen dus…
Van acht verschillende bomen (verschillende soorten) heb ik de schors gefotografeerd met een langere sluitertijd en beweging. Daardoor kwam het eigen karakter extra mooi naar voren. Een van de acht staat trouwens in zijn blote (verbrande) bast. Die was weer zo glad als een babyhuidje. Ik hoop maar dat hij ook nog nieuw leven in zich had.
.
.
.