Pas stuurde ik aan een lieve kennis die het moeilijk heeft een opbeurende kaart met op de voorkant een foto van een slak; het inmiddels ‘beroemde’ slakje in de druivenstruik, dat nu op een groot doek aan de stalmuur achter mijn huis hangt.
Ik stopte de kaart in een envelop waarop ik op de achterkant, ik vond het wel gevat, ‘snail mail’ schreef.
Daags daarna kreeg ik de envelop retour afzender terug. Bleek dat ik naam en adres van de instelling waar ze was opgenomen, wel keurig en volledig had opgeschreven, maar niet die van haarzelf! Met pen omcirkeld stond er nu in koeienletters voorop: AAN WIE?!
Diezelfde dag deed ik de teruggezonden envelop met kaart in een iets grotere envelop nogmaals op de bus, nu met adres én naam. Op de oude envelop had ik eerst nog wel een paar dikke uitroeptekens achter dat ‘snail mail’, gezet. Dat was nu eigenlijk ook pas écht een mop!
Er zitten 1000 slakken in mijn tuin, minstens. Als het regenachtig weer is, komen ze en masse tevoorschijn en kan ik niet meer normaal over mijn stoep of in de tuin lopen. Ze dwingen me dan om in hun tempo vooruit te gaan, tergend langzaam dus. Behoedzaam tuur ik steeds naar beneden om te zien of ik die moordwapens van een schuiten wel veilig neer kan zetten. Ondanks alle goede wil gaat het soms toch nog mis en klinkt een gruwelijk gekraak. Met kreten vol afschuw en berouw stap ik dan snel weg, alsof ik het leed nog ongedaan kan maken. Na zo’n verwoestende stap ben ik ook al eens zó abrupt opzij gesprongen, dat ik daar nóg een slachtoffer maakte. Niet goed voor zo’n weekhartige type als ik, en al helemaal niet voor het weekdier…
Tijdens een nachtelijke slakkenfotosessie ontdekte ik op een gegeven moment een ieniemini-slakje óp mijn zaklamp! Toen ik weer naar binnen wilde en hem van de zaklamp af moest halen, heb ik echt even moed moeten verzamelen, bang om het kleine ding tussen duim en wijsvinger dakloos te maken. Het ging gelukkig goed, en ik kon hem, het huisje nog geheel intact, ongeschonden op een blaadje zetten. Nu maar hopen dat ie niet alsnog een keer slachtoffer van me wordt, op een regenachtige namiddag…
.
.
.
.